Bolivia!
Door: daphnekoningen
Blijf op de hoogte en volg Daphne
13 April 2011 | Bolivia, Copacabana
Na onze laatste stop in Argentinie zijn Soof en ik te voet de grens met Bolivia overgestoken. Onze eerste stop was Tupiza waar we zijn gaan paardrijden door een prachtige wild west-achtige omgeving van rode bergen, cactussen, grote rotsformaties en roofvogels. Helaas was ik gezegend met een op hol geslagen paard die de andere paarden (vooral die van Soof) zo irriteerde dat ik (!) dat moest bekopen met een paardenhap in mijn been...
Vanuit Tupiza zijn we een vierdaagse trip gaan maken met als eindbestemming Uyuni en de bijbehorende zoutvlaktes. Ons gezelschap (Soof, ik, 2 engelse meiden, 1 Italiaan, de chauffeur Rafael en de kokkin Margerita, a.k.a. onze mama) trokken in een grote jeep de bergen door. Rafael bleek een fantastische gids en chauffeur want hij loodste ons met gemak over de meest steile berpaden via scherpe bochten en soms zelfs dwars door het water naar de mooiste plekken: meren in fantastische kleuren (rood, groen, felblauw en ook nog vol met flamingo´s), vulkanen, enorme rotsformaties en prachtig gekleurde bergen, ruines, schattige kleine dorpjes, geisers, hotsprings en niet te vergeten velden en velden vol lama´s. En op dag 4 was het dan tijd voor de zoutvlaktes, echt een bizarre omgeving om te zien! Na een prachtige zonsopgang was het tijd om foto´s te maken, wat nog best een klus was aangezien het heel veel had geregend, waardoor het grootste deel van de vlaktes uit natte zoutsmurrie bestond.
Vervolgens namen we de bus naar Potosi, waar we de mijnen zijn ingegaan. Dat begon met kopen van kadootjes voor de mijnwerkers (eten, drinken en cocabladeren) en het aantrekken van onze outfit (een soort regenpak, kaplaarzen en een helm met een lampje... echt heel knap!). Vervolgens begon de toch, in het pikkedonker, door smalle, lage gangetjes en tot aan je enkels in het water. Bovendien was het snikheet en superbenauwd. Niet bepaald een pretje dus, maar wel heel indrukwekkend om dat mee te maken (die arme mijnwerkers moeten per slot van rekening 6 dagen per week onder deze omstandigheden werken).
Na Potosi zijn we naar Sucre gegaan, een hele mooie stad, waar we lekker konden bijkomen na onze ontberingen in de mijnen. En daarna stond La Paz op het programma. We vielen daar met ons neus in de boter, want op de dag dat we aankwamen was het carnaval in de straten van La Paz. We hebben dus de hele dag een stoet van dansers en muzikanten kunnen bewonderen.
Een dag later was het alweer tijd om door te trekken naar onze volgende bestemming Rurrenabaque, van waaruit we een tour door de jungle (of eingelijk pampa´s) gingen maken. De busreis naar Rurrenabaque zou zo´n 20 uur duren, maar dat liep een beetje anders… Overdag ging de reis nog wel voorspoedig (al moest je niet naar buiten kijken zo gevaarlijk dicht langs de afgrond reed de bus), maar ´s nachts stonden we ineens stil. En we bleven stil staan tot de volgende ochtend. Wat bleek? Onze bus (en met ons nog een hele stoet bussen en vrachtwagens) stond vast in de blubber. De toch al niet zo beste weg was door alle regen van de afgelopen tijd namelijk veranderd in één grote modderpoel. Wat volgde was een dag van steeds 5 minuutjes rijden en dan weer urenlang vaststaan, en met man en macht proberen om de bus vooruit te krijgen. Wel gaaf om te zien hoe alle chauffeurs en passagiers elkaar hielpen bij het loskrijgen van de wagens. Je begrijpt hoe blij we waren toen we na 42 uur eindelijk op de plaats van bestemming waren en ook nog mee mochten met de tour, ondanks dat we een dag te laat waren.
Toen we de jeep instapten om naar de pampa´s te gaan, bleek de rest van ons gezelschap uit 6 Israeliers te bestaan. Waren we niet heel blij mee aangezien het nogal een rare groep was en er van de 6 maar 1 fatsoenlijk Engels sprak (waardoor we 3 volle dagen alleen maar Hebreeuws hoorden... zelfs onze gids sprak Hebreeuws!) De omgeving maakte gelukkig een hoop goed, met een bootje voeren we naar ons onderkomen, allemaal hutjes op het water, omringd door krokodillen (en helaas ook door hordes muggen). Tijdens die 3 dagen hebben we o.a. alligators en anaconda´s geprobeerd te spotten (niet heel succesvol trouwens), gevist naar piranha´s (waar ik zelf niet bij was, met dank aan één of andere vage allergische reactie op de muggenbeten, waarbij mijn oogleden en oren (!) opzwollen... was wederom weer heel knap) en op de laatste dag hebben we roze dolfijnen gezien. Ben zelfs het water ingegaan, ondanks de dolfijnenfobie die ik in Brazilie had opgelopen! Maar ja, ze waren dan ook roze.
Na de tour zijn we maar met het vliegtuig teruggegaan naar La Paz, want we hadden geen zin om nog een keer 2 dagen vast te zitten in de blubber. In (of eigenlijk bij) La Paz stond er weer iets heel avontuurlijks op het programma: Death Road, een hele steile weg, met gapende afgronden waar je met gevaar voor eigen leven met je mountainbike´je vanaf kan roetsjen. Sophia bleek uiteraard meteen een pro, die in moordtempo de berg afging. Helaas bleek ik iets minder stoer.... vond het zoooo eng, die weg was echt steil en bezaaid met grote stenen, dus ik heb de hele weg alleen maar lopen afremmen (wat juist veel gevaarlijker is, maar dat terzijde). Was zo langzaam dat de gids me op een gegeven moment zelfs terug de bus in heeft gezet omdat ik de rest van de groep ophield... echt te genant! Maar ach, heb het laatste stuk toch nog wat geprobeerd te racen en heb het in ieder geval geprobeerd zal ik maar zeggen...
Gelukkig stond er daarna weer iets relaxeters op het programma: Copacabana (nee, niet dat strand in Rio, maar een klein stadje dat aan Lake Titicaca ligt) en het nabijgelegen eiland Isla del Sol. Hier hebben we kunnen genieten van de zon en de mooie uitzichten en een kleine trekking gemaakt van het Zuiden naar het Noorden van Isla del Sol. Vandaag heeft een bootje ons teruggebracht naar Copacabana waar we onze laatste dag in Bolivia (en mijn laatste dag als twintiger vrees ik) gaan doorbrengen. Morgen stappen we namelijk de bus in naar Peru, waar we ons op gaan maken voor de Inca Trail!
Vanuit Tupiza zijn we een vierdaagse trip gaan maken met als eindbestemming Uyuni en de bijbehorende zoutvlaktes. Ons gezelschap (Soof, ik, 2 engelse meiden, 1 Italiaan, de chauffeur Rafael en de kokkin Margerita, a.k.a. onze mama) trokken in een grote jeep de bergen door. Rafael bleek een fantastische gids en chauffeur want hij loodste ons met gemak over de meest steile berpaden via scherpe bochten en soms zelfs dwars door het water naar de mooiste plekken: meren in fantastische kleuren (rood, groen, felblauw en ook nog vol met flamingo´s), vulkanen, enorme rotsformaties en prachtig gekleurde bergen, ruines, schattige kleine dorpjes, geisers, hotsprings en niet te vergeten velden en velden vol lama´s. En op dag 4 was het dan tijd voor de zoutvlaktes, echt een bizarre omgeving om te zien! Na een prachtige zonsopgang was het tijd om foto´s te maken, wat nog best een klus was aangezien het heel veel had geregend, waardoor het grootste deel van de vlaktes uit natte zoutsmurrie bestond.
Vervolgens namen we de bus naar Potosi, waar we de mijnen zijn ingegaan. Dat begon met kopen van kadootjes voor de mijnwerkers (eten, drinken en cocabladeren) en het aantrekken van onze outfit (een soort regenpak, kaplaarzen en een helm met een lampje... echt heel knap!). Vervolgens begon de toch, in het pikkedonker, door smalle, lage gangetjes en tot aan je enkels in het water. Bovendien was het snikheet en superbenauwd. Niet bepaald een pretje dus, maar wel heel indrukwekkend om dat mee te maken (die arme mijnwerkers moeten per slot van rekening 6 dagen per week onder deze omstandigheden werken).
Na Potosi zijn we naar Sucre gegaan, een hele mooie stad, waar we lekker konden bijkomen na onze ontberingen in de mijnen. En daarna stond La Paz op het programma. We vielen daar met ons neus in de boter, want op de dag dat we aankwamen was het carnaval in de straten van La Paz. We hebben dus de hele dag een stoet van dansers en muzikanten kunnen bewonderen.
Een dag later was het alweer tijd om door te trekken naar onze volgende bestemming Rurrenabaque, van waaruit we een tour door de jungle (of eingelijk pampa´s) gingen maken. De busreis naar Rurrenabaque zou zo´n 20 uur duren, maar dat liep een beetje anders… Overdag ging de reis nog wel voorspoedig (al moest je niet naar buiten kijken zo gevaarlijk dicht langs de afgrond reed de bus), maar ´s nachts stonden we ineens stil. En we bleven stil staan tot de volgende ochtend. Wat bleek? Onze bus (en met ons nog een hele stoet bussen en vrachtwagens) stond vast in de blubber. De toch al niet zo beste weg was door alle regen van de afgelopen tijd namelijk veranderd in één grote modderpoel. Wat volgde was een dag van steeds 5 minuutjes rijden en dan weer urenlang vaststaan, en met man en macht proberen om de bus vooruit te krijgen. Wel gaaf om te zien hoe alle chauffeurs en passagiers elkaar hielpen bij het loskrijgen van de wagens. Je begrijpt hoe blij we waren toen we na 42 uur eindelijk op de plaats van bestemming waren en ook nog mee mochten met de tour, ondanks dat we een dag te laat waren.
Toen we de jeep instapten om naar de pampa´s te gaan, bleek de rest van ons gezelschap uit 6 Israeliers te bestaan. Waren we niet heel blij mee aangezien het nogal een rare groep was en er van de 6 maar 1 fatsoenlijk Engels sprak (waardoor we 3 volle dagen alleen maar Hebreeuws hoorden... zelfs onze gids sprak Hebreeuws!) De omgeving maakte gelukkig een hoop goed, met een bootje voeren we naar ons onderkomen, allemaal hutjes op het water, omringd door krokodillen (en helaas ook door hordes muggen). Tijdens die 3 dagen hebben we o.a. alligators en anaconda´s geprobeerd te spotten (niet heel succesvol trouwens), gevist naar piranha´s (waar ik zelf niet bij was, met dank aan één of andere vage allergische reactie op de muggenbeten, waarbij mijn oogleden en oren (!) opzwollen... was wederom weer heel knap) en op de laatste dag hebben we roze dolfijnen gezien. Ben zelfs het water ingegaan, ondanks de dolfijnenfobie die ik in Brazilie had opgelopen! Maar ja, ze waren dan ook roze.
Na de tour zijn we maar met het vliegtuig teruggegaan naar La Paz, want we hadden geen zin om nog een keer 2 dagen vast te zitten in de blubber. In (of eigenlijk bij) La Paz stond er weer iets heel avontuurlijks op het programma: Death Road, een hele steile weg, met gapende afgronden waar je met gevaar voor eigen leven met je mountainbike´je vanaf kan roetsjen. Sophia bleek uiteraard meteen een pro, die in moordtempo de berg afging. Helaas bleek ik iets minder stoer.... vond het zoooo eng, die weg was echt steil en bezaaid met grote stenen, dus ik heb de hele weg alleen maar lopen afremmen (wat juist veel gevaarlijker is, maar dat terzijde). Was zo langzaam dat de gids me op een gegeven moment zelfs terug de bus in heeft gezet omdat ik de rest van de groep ophield... echt te genant! Maar ach, heb het laatste stuk toch nog wat geprobeerd te racen en heb het in ieder geval geprobeerd zal ik maar zeggen...
Gelukkig stond er daarna weer iets relaxeters op het programma: Copacabana (nee, niet dat strand in Rio, maar een klein stadje dat aan Lake Titicaca ligt) en het nabijgelegen eiland Isla del Sol. Hier hebben we kunnen genieten van de zon en de mooie uitzichten en een kleine trekking gemaakt van het Zuiden naar het Noorden van Isla del Sol. Vandaag heeft een bootje ons teruggebracht naar Copacabana waar we onze laatste dag in Bolivia (en mijn laatste dag als twintiger vrees ik) gaan doorbrengen. Morgen stappen we namelijk de bus in naar Peru, waar we ons op gaan maken voor de Inca Trail!
-
14 April 2011 - 01:52
Jan:
Oh how I wish I could read Dutch.... :-) -
14 April 2011 - 06:43
A3:
Dat is eigenlijk voor 5 verslagen! Supervet!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley